Gebed is de belangrijkste bescherming die je je kinderen kunt geven.
Gebruik de tijd die je met je kinderen doorbrengt om goed te luisteren, zodat je weet waarvoor je voor hen moet bidden. Zeg je kinderen ook dat je vandaag voor hen bidt. En vraag hen waarvoor ze graag willen dat je gaat bidden.
Heer, vandaag draag ik mijn kinderen (en kleinkinderen) aan U op en bid, dat …
- … ze Christus als Heer en Verlosser vroeg in hun leven leren kennen. Het is mijn verlangen dat ze als kind en tijdens hun pubertijd een relatie met u mogen ervaren (Markus 10:13-16, Lukas 2:52; 2 Timotheüs 3:15).
- … ze de gewoonte van het bidden en Bijbellezen zullen ontwikkelen (Jozua 1:8; Daniel 6:10; Mattheus 4:4; Filippenzen 4:6-7).
- … U volwassen christenen in hun leven brengt en christenvrienden die hen helpen bij hun geestelijke groei (Psalm 1:1-3; Filippenzen 1:26; Spreuken 27:17 en 1 Korinthiërs 4:15).
- … U hen rein en heilig zult bewaren en kracht geeft tegen de verleiding (Job 17:9; Psalm 24:3-4; 1 Korinthiërs 6:18-20).
- … ze onderscheidingsvermogen, wijsheid en verantwoordelijkheidsgevoel en een sterk geweten ontwikkelen (1 Koningen 3:11-12; 1 Timotheüs 1:5; Daniel 6:3).
- … opgemerkt wordt als ze jokken, liegen, spieken of zich op een andere manier misdragen (Psalm 119:71, Spreuken 20:30).
- … ze de mensen zien, zoals U ze ziet en hen met liefde en vriendelijkheid behandelen (Mattheus 25:35-40; Romeinen 12:10; Filippenzen 2:1-4).
- … U hen zult beschermen tegen emotioneel, lichamelijk en geestelijk gevaar (Psalm 28:7-9; Psalm 41; Johannes 17:5; 2 Thessalonicenzen 3:3).
- … U hen nu alvast tot een godvrezend, liefdevolle en trouwe partner maakt en hen voorbereidt om U te eren in de tijd dat ze single zijn (1 Korinthiërs 7:7-8); en dat U hen voorbereidt voor hun eventuele toekomstige man of vrouw (2 Korinthiërs 6:14-15; Efeziërs 5:21-33).
- … zij hun ouderlijk huis verlaten met principes die eeuwigheidswaarde hebben en gebaseerd zijn op het karakter van Christus (Mattheus 18:18-20; Galaten 2:20; Filippenzen 1:21).
- … zij zullen ervaren dat u hen roept en hun leven zin geeft voor uw koninkrijk (Psalm 78:1-8; 103:12-18; 2 Timotheüs 1:9).